Het is een onderwerp dat volgens mijn
ervaring een van de meest actuele is in deze tijd waar de computer en
smartphone heel ons leven beheersen. Als we eten nodig hebben, hoeven
we niet meer naar buiten, we moeten zelfs niet meer uit onze zetel:
een paar klikjes en het is besteld. Hetzelfde geldt voor gelijk welke
inkopen, voor onze bankverrichtingen, zelfs ons sociaal leven wordt
meer en meer gedigitaliseerd. Dit is een probleem voor heel de wereld
– toch zeker het westen en de landen waar de tendens het grootst is
– ik zou zelfs zeggen dat het de ziekte van de tijd is. We
gebruiken ons lichaam niet langer waarvoor het gemaakt is. We zitten
uren aaneen stil en krijgen geen verfrissende buitenlucht. Ons hart
moet geen moeite meer doen om voldoende zuurstof in ons lichaam te
pompen. Dat heeft over het algemeen twee courante gevolgen: of we
kunnen de mentale inspanning en stress die we ervaren niet meer
compenseren, we slapen niet meer goed en we eindigen met chronische
mentale vermoeidheid. Of aan het einde van de dag hebben we nog zo
veel opgekropte energie dat het er op een buitensporige manier uit
moet, waarvan fuiven tot een gat in de nacht nog bij de onschuldiger
manieren hoort.
Ik vrees echter dat dit alles voor
Vlaanderen nog een van de ergste gevolgen heeft. Wij Vlamingen die zo
gesloten kunnen zijn, wij die altijd geleerd hebben onze echte
emoties te verbergen en ons innerlijk kind zo snel mogelijk in de
kiem te smoren. Wij stijve Vlamingen die eerst een dosis alcohol
nodig hebben om te beseffen dat we een lichaam hebben dat kan bewegen
en zichzelf uitdrukken. Die onbewust de dualistische filosofie van
Plato (scheiding van lichaam en ziel) in ons DNA hebben opgenomen.
Het kleine restje van goede wil voor ons lichaam die we nog hadden
wordt nu bedreigd door alle prikkels die de vele schermen om ons heen
op ons af sturen. Ik was erg geraakt toen ik iemand hoorde zeggen:
“wanneer we naar een scherm kijken, zijn we ons niet meer bewust
van ons lichaam”. Ik besefte dat die persoon gelijk had, en ook
hoezeer ik dit zelf beleef. Wanneer je dan beslist dat je hier niet
meer aan toe wil geven, wordt pas echt duidelijk hoe moeilijk we
eraan kunnen weigeren. Het lijkt wel alsof we willen vergeten dat ons
lichaam bestaat, ja zelfs dat we zelf bestaan.
Een paar weken geleden mocht ik voor
het eerst een dansretraite beleven bij de gemeenschap van de
Zaligsprekingen, voorgegaan door stichteres Jo Croissant. Tijdens
deze retraite raakten de volgende woorden me heel sterk: “Het is de
angst van de leegte. We hebben angst van de leegte, dus we moeten ze
vullen met allerlei zaken, met allerlei afleidingen. Maar wanneer we
afgeleid zijn, zijn we niet meer gecentreerd. Afleidingen verwijderen
ons van onze diepste kern. Daarom moeten we telkens terugkeren naar
die 'innerlijkheid'”.
Inderdaad, als we van onze kern
verwijderd zijn, zijn we verwijderd van die “plaats van ons
bestaan”, ons diepste binnenste, de kern van ons leven, van onze identiteit, ons hart. Het is echter ook net daarin dat we al van
kindsbeen af zo gekwetst kunnen zijn, en daardoor ontstaat dikwijls
een breuk in onszelf. We verwijderen ons van die kern van ons
bestaan, dikwijls door op te houden onszelf te aanvaarden zoals we
zijn, omdat we het idee hebben gekregen dat we niet goed genoeg
waren, omdat we 'verwerping' hebben ervaren, een schuld op ons hebben
genomen, enz. Door ons van onze diepste identiteit te verwijderen of ze te
verwerpen verliezen we echter onze eenheid; met onszelf én met God.
Binnenin onze geest en tussen onze geest en ons lichaam. Om God te
vinden, moeten we daarom de eenheid terugvinden. En om onze eenheid
terug te vinden, moeten we God weer in ons leven binnenlaten. Om dat
contact terug te vinden, moeten we terug naar onze kern, de plaats
van onze kwetsuren én de plaats waar God in ons woont. Eens we
ondervinden dat Hij er dieper is dan onze pijn, schaamte, weigering
van onszelf en noem maar op, kunnen we ons eindelijk overgeven aan
Zijn blik van liefde in onszelf en ons door Hem laten genezen. Ons
laten genezen, want we zijn allemaal gemaakt “om vrije kinderen van
God te zijn en te dansen”. (Jo Croissant, 23/12/'17)
Dikwijls vinden we die stap naar
innerlijkheid iets heel moeilijks. Ik heb zelfs al vele christenen
ontmoet die hiermee worstelen en ook ikzelf kan me er niet elke dag
even gemakkelijk toe brengen. Het is echter absoluut noodzakelijk
verbonden te zijn met onze volledige persoon, lichaam inbegrepen, om
echt te kunnen zijn voor God. Met de woorden van Jo Croissant: “We
kunnen niet naar God toe buiten ons lichaam om, het lichaam is de weg
naar God.”
Omdat die nood aan het terugvinden van
onze kern al door velen in het westen ervaren wordt, hebben velen
hun toevlucht gezocht in oosterse meditatie: yoga, zen,... Het
absurde is echter dat de oosterse spiritualiteit helemaal niet
gericht is op in het lichaam zijn, maar integendeel, op uit het
lichaam treden. Meer nog, in feite is van alle godsdiensten het
christendom de enige echte religie waarbij het lichaam een centrale
rol speelt, omdat Jezus zich zelf geïncarneerd heeft voor de
eeuwigheid. Hij heeft het vlees aangenomen. Simpel gezegd, Hij is een
mens met een lichaam geworden, en heeft zoals ons allemaal in dat
lichaam op aarde geleefd. Hij is een foetus geweest in de baarmoeder
van Maria, is baby geweest en heeft uiteindelijk zijn lichaam en heel
zijn leven voor ons gegeven bij zijn dood. Na zijn dood is Hij mét
lichaam teruggekeerd naar de hemel, en elke dag opnieuw worden
hosties geconsacreerd tot 'lichaam van God', dat wij mogen opeten
zodat Zijn bloed in ons bloed stroomt. Kan het lichamelijker dan dat?
Helaas heeft de kerk jarenlang een vertekend beeld gegeven, vermoedelijk mee
bepaald door de dualistische filosofie van Plato. We zijn echter
gemaakt door God, ziel én lichaam, en ons lichaam en onze ziel zijn
op aarde onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom is volgens Jo
Croissant de dans, in het bijzonder de dans voor God, iets dat
uitzonderlijk noodzakelijk en natuurlijk is, en zelfs genezend werkt.
Ik geloof trouwens ook vast dat Jezus ook gedanst heeft in zijn
leven.
Mijn eigen ervaring bij de eerste
'vrije dans' – waarbij iedereen al improviserend mocht gaan dansen
– was die, na een eerste moment van schaamte en onbeholpenheid, van
een ontzettend krachtig gebed waarbij ik voor het eerst voelde dat
het met heel mijn wezen was en oprechter dan misschien wel eender
welk ander gebed. Volgens Jo Croissant heeft ons lichaam een
bijzonder geheugen van elke kwetsuur die we opgelopen hebben. Voor
het eerst ben ik me hier sterk bewust van geworden en voor het eerst
heb ik dat alles met mijn hele zelf voor God kunnen brengen,
woordeloos maar vol expressie waarvan ik zelf de betekenis ook op het
moment zelf leerde kennen. Onder de blik van Gods liefde heb ik een
stap kunnen zetten naar aanvaarding van mijn hele wezen, met die
gebeurtenissen die me getekend hebben, en mijn eigenheid waarvan ik
deels dacht dat ze er niet mocht zijn. Waarlijk, er is niets zo
genezend als het één-maken van lichaam en ziel voor Gods
liefdevolle blik.
Het is tijd voor een praktische
oefening, die Jo ons ook heeft geleerd tijdens de retraite. In Marcus
6 vragen Jezus' leerlingen of Hij hen kan leren bidden. Hierop
antwoordt Hij: “als gij bidt, ga dan in uw binnenkamer, sluit de
deur achter u en bid tot uw Vader die in het verborgene is en uw
Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.” (Matt. 6,6)
De eerste stap is goed rechtop gaan zitten, de voeten stevig op de
grond. Beweeg je hand omhoog en beeld je in dat je een touw vasthoudt
waar je ruggengraat aan hangt. Daarmee ga je je rug recht en
omhoogtrekken. Houd je hoofd recht, schouders ontspannen naar
beneden. Sluit je ogen en adem een paar keer diep in en uit. Nu gaan
we de evangelietekst gebruiken. Bij elk deeltje van de zin hoort een
beweging:
- als gij bidt...: hef beide armen langzaam omhoog, dit is een universeel gebaar om tot de Vader te bidden;
- ...ga dan in uw binnenkamer...: breng je armen langzaam weer naar beneden maar langs de voorkant van je lichaam; beeld je in dat je de H. Geest over je hoofd laat komen;
- ...sluit de deur achter u...: kruis je handen over je hart
- ...en bid tot je Vader die in het verborgene is: blijf op die manier gedurende 60 seconden zitten in een aandachtig luisteren naar God. Laat Zijn blik op je rusten.
Wat heb je ervaren? Je kan dit meerdere
keren per dag herhalen: één minuut voor God... Ik kan uit ervaring
zeggen dat het werkt! Om te besluiten, hieronder nog wat
geniale filmpjes voor als je nog wat overtuiging nodig hebt of
christenen wel kunnen dansen:
Wat kan er een oprechter uiting zijn
van vreugde dan dit? En nu, tijd om de computer af te sluiten en te
gaan bewegen!
Gods zegen,
Goedele*